De OESO, een organisatie van westerse landen, pleit in het jaarlijkse rapport over de Nederlandse economie voor versoepeling van ontslagrecht en verhoging van de AOW-leeftijd. De OESO wijst erop dat sinds de invoering van de AOW, in 1957, de AOW-leeftijd nooit gewijzigd is.
Inmiddels is de levensverwachting toegenomen met meer dan zes jaar. De Nederlandse regering wil de AOW-leeftijd niet aanpassen, maar de OESO doet toch de suggestie om de pensioenleeftijd in stappen te verhogen naar 67 jaar. De ontslagbescherming maakt de arbeidsmarkt in de visie van de OESO weer te star. Vooral als mensen lang gewerkt hebben, valt de ontslagvergoeding hoog uit.
De bescherming maakt het moeilijker om mensen te ontslaan, maar de keerzijde is dat mensen zonder baan minder kansen krijgen op de arbeidsmarkt. De maximale duur van de WW-uitkering is teruggebracht van vijf jaar naar 38 maanden, maar dat is in vergelijking met andere landen nog altijd lang, aldus de OESO. In het landenrapport staat ook dat de arbeidsparticipatie van ouderen in Nederland, ondanks eerdere maatregelen, nog steeds laag is. Op oudere leeftijd doorgaan met werken wordt „ontmoedigd” door de combinatie van een gunstige WW-regeling en de regeling voor vervroegd pensioen.
Om te bevorderen dat mensen ook boven hun 65e blijven werken, zou ons land de verplichting aan werkgevers om loon door te betalen bij ziekte kunnen versoepelen voor ouderen. De OESO suggereert om het belastingregime zo aan te passen, dat het voor vrouwen met deeltijdbanen aantrekkelijker wordt om langer te gaan werken. De Nederlandse regering wil de zogeheten aanrechtsubsidie in vijftien jaar afschaffen, maar dat is wat de OESO betreft niet snel genoeg.
Ook de Bijstandswet en de WAO/WIA kunnen aangescherpt worden, zodat meer mensen beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt. Nederland zou het besluit om WAO'ers in de leeftijd van 45 tot 50 jaar soepeler te herkeuren moeten „heroverwegen”. Ook noemt de OESO het verontrustend dat meer mensen instromen in de Wajong-regeling voor personen die van jongs af aan gehandicapt zijn.