De regeringscoalitie van CDA, PvdA en ChristenUnie raakte afgelopen najaar al eens in een ernstige crisis omdat CDA-minister Piet Hein Donner van Sociale Zaken het ontslagrecht wil versoepelen. Met name de PvdA is hier mordicus tegen.De kwestie werd geparkeerd in de commissie-Bakker, die naar verwachting voor de zomer van 2008 met een advies komt. Maar Donner, die bekend staat als bijzonder koppig, wachtte de uitkomsten niet af.
Hij waagde het gisteren om in een kranteninterview opnieuw te opperen dat versoepeling van het ontslagrecht onvermijdelijk zal zijn. Mariëtte Hamer, waarnemend fractievoorzitter van de PvdA, reageerde als door een wesp gestoken. Hamer was buitengewoon verbolgen en zei voor de radio dat zij dit soort spelletjes beu is. Hamer, die fel tegenstander is van versoepeling van het ontslagrecht, vond dat Donner een hypotheek legt op de uitkomsten van de commissie-Bakker. Onacceptabel. In die analyse stond Hamer niet alleen. Coalitiegenoot Arie Slob van de ChristenUnie noemde tijdens een spoeddebat in de Tweede Kamer het onverstandig dat Donner de discussie weer nieuw leven inblies en zo het werk van de commissie-Bakker belast. De oppositie greep de harde woorden van Hamer aan om te proberen een wig te drijven in de coalitie.
VVD-leider Mark Rutte sprak over een enorme uitbarsting van Hamer. Van de aanvankelijke woede van Mariëtte Hamer was toen al niet veel meer over. Weliswaar bekende zij smorgens nog zwaar teleurgesteld te zijn geweest, in een verduidelijkende brief aan de Kamer had Donner, volgens haar, klip en klaar duidelijk gemaakt dat hij de commissie-Bakker geenszins voor de voeten wil lopen.
Donner deed in de Kamer alsof zijn neus bloedde, maar zijn vlucht naar voren in het gewraakte interview betekent weer een klap voor de verhoudingen in de coalitie. Die zijn inmiddels buitengewoon slecht, geven ook betrokkenen toe. Bij PvdA en CDA wordt over een moeizaam verstandshuwelijk gesproken.