Werkgevers kunnen werknemers in de toekomst in principe niet meer ontslaan via de rechter of het CWI. Ze moeten daarentegen samen met hun werknemers op zoek naar een nieuwe baan binnen of buiten het bedrijf. Daarbij worden werkgevers in de eerste periode voorafgaand aan de overgang naar een andere baan verplicht om het loon van hun werknemers door te betalen, naar voorbeeld van de bestaande plicht om twee jaar salaris door te betalen bij ziekte. Ontslag via de rechter of het CWI blijft alleen mogelijk voor werknemers die bijvoorbeeld met hun vingers aan een collega of in de kas zitten.
Dat is de kern van het advies van de commissie Bakker, die het kabinet volgende maand adviseert over de verhoging van de arbeidsdeelname. Met het advies probeert de commissie de kwestie over de vereenvoudiging van het ontslagrecht te omzeilen, schrijft Het Financieele Dagblad.
Het ontslagrecht hoeft volgens de commissie inhoudelijk dan ook niet wezenlijk te veranderen, maar wel het uitgangspunt bij werk en ontslag: in plaats van aanspraak te maken op een uitkering of vergoeding moeten werknemers aanspraak maken op nieuw werk. Door de rekening bij de werkgevers te leggen, hoopt de commissie bedrijven te stimuleren te investeren in hun personeel. Ook al omdat de kosten voor de werkgevers oplopen naarmate het langer duurt werknemers in een andere baan aan de slag te krijgen.
Wel krijgen de werkgevers een fiscale stimulans om werknemers individueel geld te verstrekken voor scholing in plaats van een vast percentage van de loonstijging af te dragen aan de sectorale opleidings- en ontwikkelingsfondsen. Als alle inspanningen om werknemers aan een andere baan te komen toch niet helpen, blijft het vangnet van de publieke WW over. Wel wordt de duur van een WW-uitkering mogelijk verkort van 38 naar 18 maanden