De kantonrechter te Amsterdam heeft in kort geding beslist dat het ontslag op staande voet van oud-directeur M. van Rochdale voorshands in stand blijft. M. heeft het door Rochdale op 30 januari 2009 gegeven ontslag op staande voet aangevochten en doorbetaling van loon gevorderd. De vier door Rochdale aan het ontslag gelegde gronden waren het onrechtmatig ophogen van het percentage van het vroegpensioen, het onrechtmatig aan zichzelf toekennen van bonussen, het privé gebruik van een (zakelijke) creditcard van Rochdale en het gebruik van een Maserati.
M heeft tegen alle gronden verweer gevoerd. Ten aanzien van het percentage van het vroegpensioen van 85% stelt hij dat dat met toestemming is gebeurd, net als het uitkeren van de bonussen waarop hij recht had en heeft. Voorts zet M. uiteen dat de privé-uitgaven met de creditcard maandelijks en aan het eind van het jaar met zijn salaris dan wel bonus werden verrekend. Ten slotte voert M. aan dat met Rochdale destijds afspraken zijn gemaakt over het rijden in de Maserati. Die afspraken heeft M. niet geschonden en als hij ze heeft geschonden dan wist Rochdale dat al eerder zodat het ontslag niet onverwijld gegeven is.