NVJ en FNV KIEM hebben deze week met de directie van het ANP een principeovereenkomst gesloten over een Sociaal Plan. De overeenkomst wordt verder uitgewerkt. Zodra er overeenstemming is over deze uitwerking zal het principeakkoord worden voorgelegd aan de leden. Sociaal Plan ANP op hoofdlijnen: Het Sociaal Plan heeft een looptijd tot 31 december 2010. Alle regelingen zijn gebaseerd op de `oude\\' kantonrechterformules. Het wettelijk voorgeschreven afspiegelingsbeginsel is ook hier uiteraard van toepassing. Indien een werknemer boventallig wordt verklaard (dus met andere woorden gedwongen ontslagen zal worden) heeft hij/zij de keuze uit een drietal regelingen:
1. Ontslagregeling
De medewerker heeft recht op een ontslagvergoeding volgens de `oude\\' kantonrechterformules (A X B X C). A staat voor de gewogen dienstjaren (tot 39 telt 1 maal, 40 t/m 49 telt 1,5 maal en boven de 50 telt 2 maal). B staat voor het maandsalaris (incl. vakantietoeslag, decemberuitkering en vaste toeslagen). De C-factor, ook wel de correctiefactor is vastgesteld op 0,8.
2. Bemiddelingsregeling
In dit geval maakt de medewerker gebruik van de mogelijkheid om via scholing en bemiddeling van werk naar werk geholpen te worden. Ook hier zal uiteraard een budget aan gekoppeld worden.
3. ZZP-regeling
Deze regeling is bedoeld voor medewerkers die dit ontslag aangrijpen een freelancerpraktijk op te zetten. De medewerker krijgt een deel van de ontslagvergoeding in opdrachten uitgekeerd.
Daarnaast zijn afspraken gemaakt die wellicht het aantal gedwongen ontslagen kan verminderen:
Plaatsmakersregeling
Het is mogelijk dat een medewerker die niet met gedwongen ontslag wordt bedreigd de plaats in neemt van een collega wiens baan wel verdwijnt. Een reden daarvoor zou kunnen zijn dat deze persoon al langer denkt over vertrek en dat dit wellicht een goede aanleiding is. Hierbij kan gebruik worden gemaakt van bovenstaande regelingen met één belangrijke beperking. De vergoeding zal nooit hoger zijn dan de aanvankelijk voor gedwongen ontslag aangewezen medewerker mee zou krijgen.
Werktijdverkorting
In principe is de directie geen voorstander van collectieve werktijdverkorting aangezien zij verwachten dat dit allerhande roostertechnische problemen met zich meebrengt. Toch is het mogelijk om als afdeling, onder begeleiding van de NVJ, het gesprek met de directie over dit onderwerp te openen. Mochten er aantoonbaar geen bezwaren zijn, dan zal deze collectieve arbeidstijdverkorting mogelijk zijn. Het is echter niet zo dat de afdeling daarmee aan kan wijzen wie kan blijven. Hooguit kan vastgesteld worden dat een fte `gered\\' kan worden. Maar ook hier bepaald het afspiegelingsbeginsel welke medewerker daarmee binnen boord blijft.