Begin 2013 heeft een kantonrechter uitspraak gedaan in een kennelijk onredelijk ontslag procedure. Een werkneemster is -zonder ontslagvergoeding- ontslagen. De werkgever had toestemming van het UWV. De vrouw vindt het ontslag kennelijk onredelijk en spant een procedure aan bij de kantonrechter. Ze vordert dat de ontslagaanvraag onder valse voorwendselen is gedaan en claimt dat de gevolgen van het ontslag voor haar te groot zijn in vergelijking met het belang dat de werkgever had bij het ontslag.
Ontslag kennelijk onredelijk vanwege leeftijd en duur dienstverband
De kantonrechter verwerpt de vordering op valse voorwendselen, omdat de noodzaak voor ontslag en boventalligheid voldoende is en ook het afspiegelingsbeginsel correct is toegepast. Echter, door de leeftijd van de vrouw (52 jaar) en het aantal dienstjaren (15 jaar) is het nadeel van de werkneemster onevenredig groot in vergelijking met het belang voor de werkgever. Ook lukt het de vrouw niet een nieuwe baan te vinden, ondanks vele sollicitaties. De kantonrechter kent een ontslagvergoeding toe
Ontslagvergoeding op basis van verwachte duur werkloosheid en vinden nieuwe baan
Ontslagvergoedingen in kennelijk onredelijk ontslag procedures worden niet berekend via de kantonrechtersformule, maar op basis van de werkelijke inkomensschade. Voor het "berekenen" van de inkomensschade moet de verwachte duur van werkloosheid worden geschat en de termijn waarin een nieuwe baan wordt gevonden.
In deze zaak verwacht de werkneemster de gehele WW- uitkeringsduur nodig te hebben voordat ze een nieuwe baan vindt. De kantonrechter is het daarmee oneens. De kantonrechter schat de verwachte duur van werkloosheid in op 12 maanden, aan de hand van een rekentool. De vrouw krijgt een ontslagvergoeding op basis van een jaarsalaris waarvan een jaar WW-uitkering wordt afgetrokken. Dat is de inkomensschade door het ontslag. De ontslagvergoeding bedraagt €22.000,-.